GR 20 Corsica (Frankrijk – juni 2012)

Na een reis met de wagen via Italië, een ferry tot Bastia en een prachtige rit tot Calenzana, kunnen we onze tentjes in een beetje schaduw opzetten. De zon is aanwezig, idem voor een warme wind. Het is puffen in de tent. Eens de zon aan de horizon verdwijnt koelt het merkelijk af. We kruipen in onze slaapzakken en zijn ongeduldig voor de tocht van morgen, dé GR 20.


 

Calenzana – Refuge d’Orto di u Piobbu

’s Ochtends maken we de rugzak en zijn we ongeduldig aan het ontbijt. We vertrekken niet te laat omdat we de hitte willen vermijden. Nog voor we het dorp echt verlaten en ons op de rood-witte markeringen kunnen richten, zijn we al serieus aan het zweten. Het is hier gewoon bloedheet.

Corsica

Het stijgen heeft er misschien ook mee te maken. We klimmen door een landschap van dennen en droge struiken. Het stof ploft onder onze voeten en het belooft een zware voormiddag te worden. Als we bij Bocca u Corsu afslaan naar een steil pad voelen we de zon branden. Nabij Capu di u Ravalente loopt het pad iets meer gelijk met de hoogtelijnen. Als we in iets meer open gebied komen stijgen we verder naar Bocca à u Saltu. Hier voelen we de wind goed. Het is zelfs koud in de wind en we pauzeren achter een muurtje. Na wat te eten en te drinken beginnen we aan een iets ongelijker stuk. Het pad is hier nogal ongelijk door de grote rotsblokken. We babbelen met enkele tegenliggers over hun ervaringen terwijl enkele trailrunners voorzichtig voorbij huppelen. Het landschap verandert sterk met hetgeen we in de voormiddag zagen. We hebben ook meer zicht op de wijde omgeving door de hoogte. Als we de refuge d’Ortu di u Piobbu zien liggen in de verte zijn we blij want het was toch een zware start. Gelukkig is de wind er om ons af te koelen en als we aankomen aan de hut installeren we snel onze tenten want de goede plekjes zijn schaars, zeker voor iets grotere tenten zoals die van Annelies en Andy. We wassen ons in de koude douches en genieten wat later rustig van het uitzicht. We zijn mooi binnen het tijdschema van de GR-gids aangekomen en dat geeft ons vertrouwen voor de tocht van morgen. We koken wat en kijken naar de andere hikers die zich een goede overnachtingsplek zoeken. Het meest originele dat we zien is een superlightpacked Duitse jongedame die alleen rondtrekt. Het is te zeggen, alleen met haar teddybeer die aan de buitenkant van haar rugzak vastgegespt is.

521289_3405497091204_1016544492_n


 

Refuge d’Orto di u Piobbu – Refuge de Carrozzu

We breken de tenten op en vullen onze drinkbussen voor de warme dag die komt. Het is fris water en het stroomt mooi uit een bronnetje op 100m van de hut. We stijgen gestaag naar 2087m en merken dat de route van de GR20 toch wel een “specialleke” is. Hier merken we voor het eerst dat het GR-pad een brede lading dekt. Regelmatig is het klauteren over rotsen en zo passeren we la Bocca di Pisciaghja, Bocca d’Avartolli en Bocca di l’Innominata. We pauzeren met een prachtig uitzicht op de omgeving. We zijn verwonderd hoe mooi het is. En het is helemaal wat we verwacht hadden: avontuurlijk. Als we afdalen naar de Refuge de Carrozzu merk ik dat het niet zozeer mijn conditie zal zijn die het zwaar zal maken, dan wel mijn knie. Het afdalen vergt veel van de enkels en de knieën. We zoeken opnieuw een bivakplekje en het is wat moeilijker dan gisteren. Het is erg druk want veel van de mensen die gisteren laat aankwamen hebben een harde les geleerd en waren vanochtend zelfs vroeger dan ons op pad. Onze tentjes staan vrij dicht bij de hut waardoor het een beetje lijkt alsof iedereen langs onze tenten sloft. Het is nog altijd vroeg in de namiddag waardoor we onze ogen de kost geven op de omgeving en rustig keuvelen met de andere wandelaars. Het is indrukwekkend om de mensen te zien toekomen: de ene omdat ze superfit lijken en de tocht voor hen een walk in the park lijkt, de ander omdat ze zich voortgesleurd hebben tot aan de hut.

521487_3405499291259_1709154056_n


 

Refuge de Carrozzu – Refuge d’Ascu Stagnu

Na het opbreken van de tent starten we onze tocht in de schaduw. De route loopt over grote rotsen en na een tiental minuten moeten we de passerelle suspendue over, een lange hangbrug van stalen kabels en kleine plankjes. Aan de overkant van de kloof begint het klauteren over de grote rotsen naar het lac de la Muvrella en de Bocca di Stagnu.

521268_3405500171281_336725862_n 319766_3405497731220_1986561714_n

Het Lac blijkt eigenlijk een ideale bivakplek te zijn, spijtig dat we ons gisteren lieten vangen aan de drukte van de hut. Bij het afdalen naar de refuge Asco-Stagnu merken we dat de bomen op de bergflanken enorme kanjers zijn. Een omgevallen boom toont de diameter en die is indrukwekkend. De verder afdaling verloopt vlot en het pad komt knal achter de refuge uit. We zetten onze tentjes op terwijl de koeien rond onze tenten beginnen draaien. Na een verkwikkende warme douche slaan we wat voorraad in. Wat lokale worst, cola en een chipske. Het smaakt. Als ik mijn telefoon aanzet om het thuisfront te contacteren krijg ik plots telefoon van mijn vrouw. Een prachtige ervaring na al de mooie ervaringen die al op onze weg lagen.

580117_3405501571316_312685520_n 600960_3405501371311_2140064260_n


 

Refuge d’Ascu Stagnu – Refuge de Tighjettu

De route loopt via een aangenaam pad naar Bocca Tumasginesca. Zo gemakkelijk als de route ’s ochtends is, zo moeilijk wordt de rest van de dag. Als we op de richel komen zien we de file… iedereen staat aan te schuiven om af te dalen in de Cirque de la Solitude. In de verte zien we puntjes, mensen die aan het stijgen zijn om de vallei uit te klouteren. Annelies heeft wat last van hoogtevrees en is voorzichtig in de afdaling. Ik loop wat voorop zonder de aangewezen route te volgen. Ik vermijd de drukke stukken en vind vlot een weg naar beneden. Als we samen pauzeren geven we toe dat dit heel andere koek was geweest bij slecht weer want het zijn ideale omstandigheden: heldere hemel en wat wind.

600847_3405505411412_184014174_n 543386_3405503971376_70819360_n

Als we de klim aanvangen en aan wat laddertjes komen is er een groep die iedereen ophoudt en blokkeert. Hun gids is precies een slavendrijver die iedereen de ladders afjaagt. Echt blij kunnen we de leden van de groep niet noemen, het is eerder hard labeur voor het merendeel. Als we hen voorbij zijn herkennen we de verhalen van Annelies over de Cirque. Haar ouders maakten de trip heel wat jaren geleden en dit was hun bijgebleven. Het is als we boven aan de Bocca Minuta komen leuk om te rusten in de zon. Wat een uitdaging. We dalen moe maar voldaan af naar de refuge de Tighjettu. De hut ligt op een mooie plek maar de tentjes staan bijna tegen elkaar. Morgen merken we dat er eigenlijk wat verderop mooiere plekjes om te bivakkeren zijn. Bij deze een tip voor de volgende keer.

250807_3405506011427_2078903737_n

599701_3405506331435_1507188069_n


 

Refuge de Tighjettu – Castel de Vergio

We zijn al vroeg uit de veren. Annelies en Andy hebben niet geweldig goed geslapen aangezien er een koppeltje aan het rampetampen geweest was in de tent die op 40cm van de hunne stond… Ze zullen onvoldoende avontuur gehad hebben op de GR20 he J. We dalen een stuk om vervolgens weer te stijgen. De zon brandt en het is zwoegen om de Bocca Di Figialli te bereiken. We zien de refuge Ciutullu di i Mori waar we onze middagpauze houden. De huttenwacht is niet echt vriendelijk maar dat verandert snel als we wat te eten bestellen. Na een goede middagpauze op het terras weten we wat ons te doen staat: afdalen en nog eens afdalen. Het gaat vlot over een voor de GR20 toegankelijk pad. We volgen het riviertje de Golo en zien het ene watervalletje na het andere. Ideaal om te baden maar we verkiezen om door te gaan. Ondertussen hebben we wat vaker beschutting tegen de zon. In de schaduw is het lekker koel. Aan de bergerie de Radule hebben we het even gehad. We zijn wat vermoeid en kijken uit naar het einde van de tocht. We proberen het tempo hoog te houden maar dat lukt niet altijd door mijn knie die wat lastig doet. Het laatste stuk naar Castel de Vergio verloopt door een bos. Het is moeilijk inschatten hoe ver het nog is. Voor het eerst in dagen horen we auto’s op de achtergrond. We komen dichter bij het einddoel van de dag. Als we aankomen is het eerste wat we doen een cola kopen. We zijn nogal vroeg en zoeken rustig een plekje voor de tent. Die namiddag bezoeken we de shop nog enkele keren voor fruit, nog een cola, wat chips, een brood en kaas… Een beetje shop as you go. De douches doen deugd en we wassen onze kleren wat uit. Het is de minst mooie bivakplek tot nu toe maar het is aangenaam omdat het er minder druk is (al moeten we de auto’s die passeren erbij nemen). Wat wilde zwijnen lopen knorrend rond, gelukkig is er overal rond de bivakplek afspanning. Die is er duidelijk om deze beestjes buiten te houden.


 

Castel de Vergio – Refuge de Manganu

Opnieuw gaat het door een bos. Aangename paden zorgen ervoor dat het tempo direct goed zit. Na enkele kilometers begint het stijgen. Het is zwoegen want we zitten nu ook niet langer in de schaduw. Aan Bocca San Pedru komen we aan enkele door de wind gevormde bomen die we herkennen van de vele foto’s op internet. We stijgen verder over een kam en komen zo aan de Serra San Tomaghiu. De Bocca a Reta is maar een droge plek en in de verte zien we de vallei met het Lac de Nino. Niet veel later zien we een Arend zweven. We pauzeren aan het meer en in de verte lopen de wilde paarden. Het is duidelijk een fragiel gebied want nergens op de route worden zo duidelijk instructies gegeven over wat (niet) kan in dit stukje natuur. Het pad is aangenaam maar de vermoeidheid van de voorbije dagen speelt me wat parten. Ik ben zeer blij als ik, al is het een beetje strompelend, aankom aan de Refuge de Manganu. We zijn blij dat we nog een goede bivakplek vinden want het wordt al snel drukker aan de refuge. We zetten ons na een goede wasbeurt met de voetjes in het water van de rivier. We doen heel rustig en genieten van de koelte van het water. Tegen de avond ben ik weer helemaal de oude en voel ik mij aangesterkt. Er komen nog steeds mensen toe en voor hen is het echt zoeken naar een een stukje vlakke ondergrond voor hun tentje. Sommigen geven de zoektocht op en leggen zich gewoon op hun matje. Eens de avond valt is het zeer kil. We kruipen dan ook vlug in de slaapzak want we willen morgen iets vroeger dan anders starten. We moeten namelijk direct steil stijgen.

540582_3405513771621_731060826_n 527730_3405513131605_432595687_n


 

Refuge de Manganu – Refuge de Petra Piana

We zijn al vroeg uit de veren en we merken al snel dat date en goede zet was. We kunnen vlot stijgen, zonder teveel hinder van wandelaars die voor ons lopen. We Houden even halt aan een meertje om wat rond te kijken. Nu is het echt klouteren tot de Punta Alle Porta. Hier pauzeren we en voedert Andy de kraaien die uit zijn hand komen eten. Indrukwekkend dat die beestjes zo tam zijn. Het is prachtig weer en we zien het Lac de Capitellu onder ons. Het afdalen is echt opletten want er hangen diverse kettingen en soms is het eerder naar beneden glijden over een rots dan bergwandelen. Het is vermoeiend voor de knieën en ik moet regelmatig achterblijven om te pauzeren. Rustig zoek ik een tempo en als we aan de Bocca Muzzalla komen ben ik blij dat het niet ver meer is. De Refuge de Petra Piana ligt wat lager achter een kam en het is over losse rotsblokken dat we moeten afdalen. Aan de hut is het gezellig druk. We douchen ons kort want het water is hier precies nog kouder dan dat van de voorbije dagen. De tentjes staan ook zeer dicht bij elkaar waardoor we ons een rustiger plekje lager op de heuvelflank zoeken om wat te rusten. We zoeken een bankje vlakbij de hut op om UNO te spelen. We zijn blij dat we niet in zo’n hut overnachten want het is binnen echt pure chaos van de vele wandelaars die er hun intrek nemen. Als de zon achter de heuvelrug verdwijnt weten we dat het tijd is om te gaan slapen. Ik hoop dat mijn knie het ook morgen nog uithoudt.

552912_3405514851648_666783644_n


Refuge de Petra Piana – Bergeries de L’Onda

’s Ochtends beslissen we om een mooie variante te volgen en niet de GR20 die via de vallei loopt. We lopen eigenlijk de hele tijd van de ene naar de andere kam en hebben zo continu een prachtig uitzicht. We passeren het Pointe Murace, Pointe de Pinzi Corbini, de Bocca a Meta en lopen zo via de Serra di Tenda naar het laatste stuk van de dag. Het is afdalen over een goed pad en we maken een praatje met een ouder Nederlands koppel. Moedig klouteren ze over de rotsblokken. Af en toe helpen we elkaar en het is fijn om even niet aan mijn pijnlijke knieën te denken. Enkele wilde paarden zorgen voor afleiding terwijl we de laatste kilometer ingaan. De bergerie ligt achter een kam en eigenlijk moeten we morgen dus een stukje dezelfde weg volgen. Ik puf en daal toch maar af. Aangekomen aan de hut, alweer is een heel gebied afgebakend (maar nu voor de geiten), overgieten we ons met het water van de koele bron. Hier is geen zuchtje wind en het is heet, bloedheet. Er staat nog één paard in de afgebakende zone en onze tenten worden verkend. Een likje hier, en likje daar en dan naar de volgende tent. Omdat we morgen onze laatste wandeldag hebben, eten we ’s avonds in de hut. Het is er gezellig druk (er wordt gegeten in twee shiften) en het eten smaakt. Een soep met echte groenten, een goede maaltijd met vlees en groenten (hoe het heet is mij nog steeds onduidelijk) en we sluiten af met een kaasschotel… amai. Verse en oude geitenkaas. Energiebommetje J. Zoveel hebben we de voorbije dagen nooit gegeten en terwijl we bekomen van de maaltijd zien we een herder de geiten over de flank drijven. En ook hier is plots een arend zichtbaar. Prachtige beesten. Iedereen tuurt naar de lucht. Het is ondertussen al druk geworden op de bivakplek en we installeren ons met de gedachten dat het morgen alweer voorbij zal zijn.

181149_3405515491664_924582238_n

224960_3405506131430_1621152106_n 250603_3405507451463_674571409_n 270947_3405506611442_1444037507_n 307048_3405516411687_1103891589_n


 

Bergeries de l’Onda – Vizzavona

We stijgen over de kam naar la Punta Muratellu. We moeten even laten beslissen of we via de Monte D’Oro (de hoogste top in de omgeving) of via de GR20 naar Vizzavona gaan. Gezien mijn knieën al genoeg schokken moeten absorberen voor de afdaling naar Vizzavona laten we een extra 400m stijgen en dalen aan ons voorbij gaan. Het afdalen gaat vlot alhoewel het opletten geblazen is met de losse stenen onder de voeten. Onze enkels zijn ondertussen al wat gewoon en regelmatig redden de wandelstokken ons van een verstuikte enkel. We wandelen nu een vallei in en we komen ook meer dagtoeristen tegen. Velen spelen in de Agnone, een riviertje met vele watervalletjes. Het laatste stuk van de tocht gaat supersnel: een vlak pad voelt aan als een autostrade voor wandelaars en iedereen gaat ook uit de weg als we aangestormd komen. De dagtoeristen zijn onder de indruk van de rugzakken en het hoge tempo. Als het we het dorp inwandelen zien we dat het eigenlijk niet veel voorstelt. Na een verfrissing op een terrasje zoeken we de bivakplek en merken we al vlug dat deze helemaal bestaat uit een rotsige of betonnen ondergrond. We hebben een viertal pogingen nodig om de tentpikketten in de grond te krijgen. Na een wasbeurt in de rivier (de douche is continu bezet) nemen we een lekkere maaltijd in het restaurant. Amai, opnieuw eten we ons buikje rond. Het is ondertussen al donker en we kruipen de tent in.

208858_3405526451938_1303524448_n


 

Vizzavona – Calenzana

Rustig ontwaken we en wensen we de wandelaars die het zuidelijke stuk nog doen een goede trip. We wachten op het perron (dat ligt op 10m van onze tent) op een overvolle trein die ons naar Corte brengt. We stappen over op de trein naar Calvi en springen eruit als de trein halt houdt ter hoogte van Calenzana. Het is nu nog 6km naar het dorp zelf. Als we de wagen opgehaald hebben, rijden we naar een rustige camping vlakbij de zee. We hebben zicht op Calvi vanop het keienstrand. Wat een prachtige trip hebben we erop zitten.


 

Wat praktische info

Kaartenmateriaal: de GR20-gids beschrijft al de nodige info, de routes zijn voldoende duidelijk op de kaartjes in de gids. Eventuele liaisons en variantes zijn ook omschreven.

Vervoer: er zijn bussen en treinen op  Corsica. Je kan ook vliegen op diverse luchthavens maar dat vergt heel wat planning. De Corsicanen rijden met de wagen alsof het botsauto’s zijn.

Bevoorrading: er is in de hutten voldoende bevoorrading (eind juni – midden september), je hebt best wel wat cash want ze aanvaarden bijna nergens betaalkaarten.

1 reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: