David C. lanceerde een HA-clubje o.b.v. de Bob Graham Round, een hiking op basis van een trailrunningtraject in het Lake District van net iets meer dan 100km en ongeveer 8000 hoogtemeters. Katrijn V. en ikzelf mochten mee en beleefden een toffe hiking. Bedankt voor de leuke ervaring David & Katrijn!
Koksijde – Honister Hause
We hebben afgesproken om vanuit Koksijde te vertrekken naar Duinkerke waar we de ferry zullen nemen. Zo gezegd zo gedaan vertrekken we ’s ochtends vroeg naar de ferryhaven. We zijn een beetje te vroeg maar zijn zo enthousiast aan het vertellen dat de tijd vliegt. Ook op de ferry gaat het vooruit. We staan een hele poos op het dek te vertellen over onze eerdere ervaringen en het komende avontuur. Eens aangekomen in Dover rijden we met een drietal tussenstops naar het Lake District. Na een lekkere maaltijd in de pub van Rosthwaite rijden we nog wat verder naar Honister Hause, een jeugdherberg op de Honister pass. Na een bezoekje aan de bar kruipen we onder de wol.
Honister Hause – Latrigg
’s Ochtends genieten we van een echt English breakfast en ongeveer een 30minuten later gespen we met het nodige enthousiasme de rugzakken op. Honister Pass ligt knal op de Bob Graham Round, de trailrunningroute die we al hikend de komende dagen zo goed en zo kwaad als we kunnen gaan proberen volgen. Omdat we al op 332m hoogte zitten kunnen we direct vanop de pas de route oppikken. We beginnen aan een klim naar Dale Head (753m) en buigen af naar links over Hindscarth Edge. Al snel wordt duidelijk dat ik niet de juiste lens mee heb voor het fototoestel. De te grote zoom zorgt ervoor dat ik vooral vergezichten kan trekken… Niet getreurd, het weer is super dus on we go naar de volgende Fell.
We wijken nu wat af van de Bob Graham Round om asfaltwegen te vermijden. Na Hindscarth (727m) beginnen we aan de eerste afdaling. Ik voel dat mijn knieblessure toch nog wat gevoelig is. Katrijn en David gaan vlot voorop. Een beetje geforceerd daal ik af. We ontmoeten ter hoogte van Scope End de eerste wandelaars op onze tocht en slaan een praatje. De route gaat even op de hoogtelijn verder en we steken Newlands Beck, een riviertje dat van Dalehead Tarn naar Bassenthwaite Lake stroomt, over.
Het middaguur passeert en we lunchen op een mooi bankje nabij het dorpje Little Town. Katrijn zorgt voor een verfrissend stukje sinaasappel en David tovert een soepje uit zijn rugzak. We stijgen vervolgens verder naar Cat Bells (451m). Hier is het drukker. We naderen Keswick en dat is te merken. We zien nu ook Derwent Water, een lake waarop diverse bootjes varen. David suggereert al grappend een boottochtje op het meer. Wij vragen hem waarom hij zijn befaamde Ally Kano niet meegebracht heeft… Er wordt veel gelachen tijdens dit stuk van de trip waardoor de spieren iets teveel ontspannen en het afdalen soms wat moeilijker verloopt. Eens we door Overside Wood, een parkachtig bos, zijn slaat de vermoeidheid wat toe bij mij. Ik ben blij als we in Keswick aankomen en we wat lekkers kunnen kopen. David is zijn handdoek thuis vergeten bij het pakken en koopt nog vlug een sneldrogend handdoekje.
Omdat we in Keswick zijn drinken we wat in een lokale pub en vullen we onze watervoorraad aan. Vervolgens gaan we op zoek naar een geschikte bivaklocatie. We wandelen nu al even op de Cumbria Way en gaan door tot op de noordelijke flank van Latrigg (368m). Het is nogal steil maar eens boven vinden we een geschikt plekje voor de tent. Na wat instructies staat de tent al vlug op en ook het vuurtje wordt snel in gebruik genomen. We zitten te smullen van onze Real Turmat-vriesdroogmaaltijden als we in de verte de zon zien ondergaan. We zijn blij met onze donzen of primaloft jassen want het koelt snel af. Na het nemen van wat foto’s trekken we de tent in en bekijken we de planning voor morgen. We blijven verrast over de mooie vergezichten die we vandaag te zien kregen. Benieuwd wat morgen brengt sluiten we de ogen en wordt snel duidelijk dat ‘ik snuk normaal nooit’ een breed te interpreteren uitdrukking is.
Latrigg – Threlkeld
We zijn wat vroeger dan gisteren op pad en zien een herder met quad schapen drijven van het ene weiland naar het andere. De schapen worden mits wat gefluit en de bijhorende herdershond vlot door een poortje gestuurd. Wij beginnen ondertussen aan de route naar Little Man (865m). We bereiken deze subtop net voor we op Skiddaw (931m) in de wolken zitten. Het is wat guur door de wind. In de verte zien we af en toe de wolken over de omliggende toppen glijden. Het gaan nog opklaren volgens David.
Opnieuw verlaten we de Bob Graham Round en slaan we af via Sale How (666m) naar Skiddaw House (450m) waar we buiten lunchen. De zon komt erdoor en het is fijn om even uit de wind te zitten. Na de pauze kunnen we even vlot doorstappen op een relatief vlak pad. We steken het beekje Salehow Beck over en lopen nu pal de flank van Blencathra op. Via een smal padje, eerder cross country, stijgen we in de vlakke zon tot we het pad richting Atkinson Pike (845m) op kunnen pikken. We kunnen nu niet alleen enorm ver kijken maar zien ook Sharp Edge. Net voor Blencathra (868m) pauzeren we nog even. Ik eet een heel stuk peperkoek om voldoende energie te hebben voor de afdaling. We dalen niet af via de Hall’s Fell Ridge maar verkiezen de iets minder steile afdaling via Doddick Fell.
Als we in Threlkeld, een dorpje, aankomen zijn we blij want het was een zware dag. Vooral de afdaling was wat te zwaar voor mijn knie. We steken net voor het centrum een brugje over en daar ligt een perfect bivakplekje. We eten eerst nog wat in de pub waar we ons laten misleiden voor een “excellente” fish & chips. Achteraf weten we dat de burger een betere keuze was. Na een hele analyse van de mushed peas vullen onze watervoorraad aan. We wandelen even terug naar het pittoreske bivakplekje en zetten de tent vervolgens op in het donker. Na wat verfrissing in het beekje kruipen we moe de tent in.
Threlkeld – Grisedale Tarn
Het is nog donker als we uit de tent kruipen. Het is nog vroeg en wanneer we vertrekken is het eerste daglicht net daar. We stappen door het dorpje en steken de A66 en de River Glenderamackin over. Al snel bevinden we ons op het pad langs een rustig stromend beekje. We maken een praatje met een gepensioneerde dame die in de kleuterschool de kids gaat leren zingen. “It keep’s me goin” zegt ze als ze verder stapt. Wij stijgen verder en verkiezen de zachtere glooing om naar Clough Head (726m) te klimmen. We klouteren over een omheining en gaan crosscountry door de mist. De zon breekt geleidelijk door en we krijgen een prachtig zicht op de vallei achter ons. We trekken wat foto’s en gelukkig merkt David op dat mijn fototoestel in het zachte gras beland is na het fotomoment. De rits van mijn fototas heb ik blijkbaar niet goed gesloten. Zigzaggend geraken we boven.
We wandelen op een leuk tempo over het zadel naar Calfhow Pike (650m) en vervolgens naar Great Dodd (857m) waar we in de zon maar met veel wind kunnen lunchen. De shelter biedt onvoldoende bescherming tegen de wind dus zetten we ons maar aan de windluwe kant van de shelter. Na de pauze volgen Watson’s Dodd (789m) en Stybarrow Dodd (843m). Ik daal wat trager af en bij Sticks Pass verdwijnt David’s been ongeveer helemaal in de modder. De turfachtige moddermassa zuigt zijn been vast en als ik eindelijk bij David ben heeft Katrijn hem al uit de modder geholpen. Als je dit op een solotocht meemaakt zit je wel even te sukkelen… David wisselt ter plekke zijn broek maar heeft toch snel koude voeten en benen. Up tempo gaat de tocht verder. De adrenaline werkt goed voor David en wij proberen te volgen naar de top van Raise (883m).
Vanaf Whiteside Bank zien we een ander landschap. De glooiing heeft plaats gemaakt voor een bijna rechte wand met een diepte van enkele honderden meters. Na een extra powerbar volgt de beklimming van Lower Man (925m) en Helvellyn (950m). Katrijn vliegt precies omhoog en zit rustig iets te eten als we op Lower Man komen. David heeft het gelukkig al wat warmer na het zigzaggen op de gruishelling. Hij vertelt volop over Striding Edge, de richel waar we zodadelijk zicht op krijgen. Als we op de top van Helvellyn voldoende volk gepasseerd zijn vragen we om een foto van ons te nemen. Ondanks het instellen van het fototoestel door David mikt de man nog volop naar de hemel. Als dat maar goed komt… Ondertussen begint de vermoeidheid al wat in de benen te sluipen en gaat het tempo wat naar beneden. We wandelen verder langs Nethermost Pike (891m), High Crag (884m) en na een verkeerde inschatting beseffen we dat we ook nog Dollywaggon Pike (858m) over moeten alvorens af te dalen. We laten de top links liggen en draaien mooi rond de top alvorens de zware afdaling aan te vangen.
Het pad zigzagt over een aangelegd geheel van grote stenen naar Grisedale Tarn, een meertje op 550m hoogte. Mijn knieën hebben halverwege de afdaling een pauze nodig. Ik eet rustig wat terwijl ik Katrijn en David naar beneden zie huppelen. Als ik uiteindelijk toch beneden ben zijn ze al op zoek gegaan naar een bivakplek. We vinden een relatief goed plekje en beginnen na het opzetten van de tent aan het filteren en koken van drinkwater.
Door de aanwezigheid van de vele schapen riskeren we het niet om zo van het water te drinken. Het duurt ongeveer 2u voor we voldoende water hebben voor het avondeten (1,5l) en als drinkwater voor morgen (9l). Een Trangia werkt zo goed als altijd maar duidelijk niet echt snel. Maar het is dan weer beter dan de Micropurpilletjes die een Chloorsmaak geven. Er staat nog een ander tentje langs de Tarn maar vriendelijk is de man niet. We genieten van het eten en Katrijn maakt ons nieuwsgiering naar de verrassing waar ze al heel de namiddag over bezig is. David heeft het koud door zijn natte voeten van het “verdwijnen” in de modder. Hij kruipt na het eten snel in zijn slaapzak en valt vlug in slaap. De verrassing van Katrijn blijkt een lekkere Chocomousse die Katrijn en ik samen opsmullen. We vragen nog enkele keren aan David of hij eens wil proeven maar het blijft stil in de tent… Het is al donker als ik de route van morgen bekijk. Door onze koplampjes trekken we enkele grote muggen aan waardoor Katrijn haar slaapzak opzoekt. Ik volg niet veel later en merk dat de stilte van David vervangen is door zijn gesnurk…
Grisedale Tarn – Angle Tarn
Ondanks de wind die er gisterenavond stond is er vanochtend toch heel wat condens. De tent is voor een groot deel aangevroren. Als David vraagt hoe we geslapen hebben is het antwoord kort: “bwa, niet al te goed”. Het opbreken van de tent gebeurt bij een open hemel vol sterren en dus is het gebrek aan slaap snel vergeten. De tent weegt nu wel enkele kg zwaarder door het ijs en de condens op de tent. We dalen af langs de Raise Beck en passeren een mooie waterval.
Als we beneden komen ontmoeten we enkele vrijwilligers die de Fells gaan onderhouden: afval opruimen, paden heraanleggen, enz. We gaan nu verticaal omhoog met weinig opportuniteiten om te zigzaggen op Dunmail Raise. Eens we op de flank in de zon kunnen zitten nemen we een korte pauze. We eten wat en na de pauze schiet Katrijn omhoog, gevolgd door David. Ik zoek een rustig tempo en eens boven trekken we samen verder langs Dead Pike (553m). Het is drassig en dus regelmatig uitkijken dat we geen “Davidje” doen. Uitglijden of inzakken zoals hij gisteren deed is echt wel te vermijden. Hij heeft er vandaag nog steeds last van door zijn natte schoenen.
Net voor Calf Craig (537m) eten we onze lunch. Katrijn knapt een uiltje terwijl David enthousiast de rest van de routeopties uitlegt aan mij. We trekken verder op het pad. Vanaf Brownrigg Moss gaat het een beetje crosscountry. Katrijn en ikzelf zijn goed in gesprek en zo gaat het op een vlot ritme langs de Mere Beck omhoog. We komen aan op het zadel tussen Sergeant Man & High Raise (762m) en wandelen in gespreide slagorde over de vlakte.
Als we cross country beginnen dalen in de richting van Martcrag Moor buigen we verder af in de richting van Stake Pass (480m). Het gaat vrij vlot maar de klim naar Angle Tarn is toch langer dan gedacht. We passeren nog enkele wandelaars die het laatste stuk van hun dagtocht inzetten. We zijn vrij moe dus gaan we zonder veel meer dan een goeiedag verder. Eens aan Angle Tarn vinden we direct een goed plekje voor de tent. Dezelfde routine als gisteren wordt opgestart: tent opzetten en laten drogen, water filteren en koken, wat eten en na wat sanitaire stops de tent in. We bespreken samen de diverse routeopties voor morgen. Er wordt goed gelachen en na een tijdje op de kaart kijken wordt moe maar voldaan met enkele ‘geeuws’ goedenacht gezegd.
Angle Tarn – Wasdale Head
Vandaag laten we Bow Fell (902m) en Esk Pike (885m) aan ons voorbij gaan. De Bob Graham Round zorgt voor iets teveel uitdaging voor de knieën als we deze toppen er vandaag bij moeten nemen. We verkiezen dus een rustigere aanlooproute om op te warmen. Opnieuw breken we de tent op, incl. het laagje ijs erop. Langs Tongue Head gaat het omhoog naar Esk House. Door de plassen water kunnen we mooie foto’s maken.
De zon is snel van de partij dus speel ik al snel mijn jas uit. Onder Great End (910m) laten we de rugzakken achter op het pad aan een Cairn om zonder backpack de top te bewandelen. Op 20 minuten zijn we heen en terug en gaat de tocht verder naar Broad Crag. Ill Crag laten we links liggen als we het rotsige pad afdalen. We komen nu op een smal zadel van waaruit het pad met korte zigzags omhoog loopt naar Scafell Pike (977m). Katrijn neemt het voortouw en schiet omhoog. Ik volg opnieuw op een gezapiger tempo na David. Wij maken wat meer foto’s en lopen zo vaak een achterstandje op. Katrijn is zo vriendelijk om af en toe te wachten. Eens boven zie we een kleine steenconstructie op de top waarmee de top nog een meter verhoogd is. Het is een mooie plaatje. We kunnen in de zon genieten van de omgeving. Opnieuw een zonnige dag, wie had dat kunnen denken. Terwijl we wat eten genieten we van dit hoogste punt van Engeland.
Omdat we onze knieën wat willen sparen en de scramble naar Sca Fell (964m) ons wat te steil lijkt, kiezen we een rustiger pad naar Wasdale (75m). Rustig gaat het naar beneden. We kruisen heel wat dagwandelaars, waaronder ook enkel rare figuren. David houdt zich in als een obese en zeer bezweet koppel vraagt hoe ver het nog is naar de top. Hij zegt net niet dat we al anderhalf uur aan het afdalen zijn… Ik zeg dan maar dat ze altijd half-way zijn… it’s always half-way… We wandelen ondertussen langs de Lingmell Gill, een snel stromend riviertje. Als het pad splitst kiezen we voor de route naar Wasdale Head, kwestie van rustig te blijven dalen want de knieën voelen de spanning van het vele stijgen en dalen. We passeren over een mooi brugje, door een prachtig weiland met bruine schapen en langs het kleinste kerkje van Engeland. David geeft nog even mee dat Wasdale het dorpje is met de hoogste top, het diepste meer en het kleinste kerkje van Engeland heeft. Het kerkje staat in een klein bosje waarrond allemaal schapenweiden zijn.
Wasdale is niet meer dan enkele huisjes, een Inn en een boerderij. Zeer pittoresk natuurlijk. We installeren ons op het terras van de pub, betalen ons plaatsje op de camping en drinken een lokaal gebrouwen biertje. David is mondig als altijd als er een levering toekomt van een lokale brouwerij. Na het gesprek krijgen we een leuk bierlabel dat ze hier in elke pub uithangen. Guess who got the Scaffel Blonde… Katrijn natuurlijk! Toffe jongens die Engelse brouwers. Ik doe nog wat inkopen in het kleine shopje naast de Inn, ze verkopen er kledij, wat frisdrank en enkele voedingswaren voor de doortrekkende hikers. Als Katrijn uit de douche komt blijkt deze te koud te zijn. Als ik uiteindelijk ga douchen na het opzetten van de tent blijkt het best mee te vallen. 1£ voor 6 minuten heerlijk warm stromend water… Behoorlijk ok, zeker als je al na 3 minuten klaar bent met schrobben :). Op de campingweide maak ik een praatje met een koppel van begin de 50. Ze maken ook een fullpacked trekking maar leren het nog maar gaandeweg kennen. De hamer voor het inslaan van hun tentharingen gaf dat al een beetje aan. Het is fijn praten en ook ’s avonds in de pub zijn ze van de partij. De man geeft me mee dat het weer dat we de voorbije dagen gehad hebben uitzonderlijk is: “When you can see the mountain it is about to rain. If you can’t see the mountain it is raining. There’s no option without rain…”. Terwijl David geniet van zijn douche spelen Katrijn en ik al een spelletje UNO in de pub. Het wordt een leuke avond met elk een straffe Beef Burger & chips, UNO en veel gelach. Als onze vrolijke bende uiteindelijk beslist om te gaan slapen staan er al wat meer tentjes op de kampeerweide. Nightynight en op naar dromenland…
Wasdale Head – Honister Pass
We zijn nog voor het licht wordt op. Het bier, de burger en de frieten van gisterenavond zorgen voor een serieuze nadorst. We breken op en bij het ochtendgloren zijn we op pad. We stijgen langzaamaan. Opnieuw nemen we een aangenamere aanlooproute dan de Bob Graham Round zou doen. Yewbarrow (616m), Red Pike (821m), Scoat Fell (802m), Steeple (819m), Pillar (892m) en Looking Stead (627m) laten we letterlijk links liggen. Het zou de dagtocht te lang en waarschijnlijk ook te zwaar maken. Zeker nu er vanuit het Oosten dreigende wolken afkomen. We nemen nog enkele toffe foto’s van een authentiek brugje in Wasdale en stijgen langs de prachtige vallei van de Mosedale Beck.
Iedereen loopt zijn tempo en dus wandelen we met nogal wat afstand tussen elkaar naar Black Sail Pass (587m). De wind neemt steeds meer en meer in kracht toe en als ik aangeef dat er regen in de lucht hangt lacht David dit gewoon weg met zijn goedlachse optimisme. Door de wind en de lage bewolking zien we de scramble naar Kirk Fell (802m) niet zitten. We wandelen op de hoogtelijn verder langs Boat How. We krijgen een prachtig zicht op de vallei onder ons, incl. de Black Sail Hut, een weinig toegankelijke hostel. We wandelen verder en komen zo, na een mooi zicht op Boat How Crags aan Beckhead Tarn. De Tarn staat er droog bij. Een donkere massa modder verraadt nog net dat er regelmatig een meertje op dit zadel te vinden is.
We snoepen nog vlug van onze powerbars en beginnen aan de scramble naar de top van de Great Gable (899m). Katrijn gaf vanmorgen aan dat ze een uitdaging wou. Voila, ze krijgt er een. Van cairn naar cairn stijgen we over een zeer geaccidenteerd terrein vol losliggende stenen. Het is wel leuk omdat het een afwisseling is met de andere paden die we eerder gehad hebben. We krijgen enkele keren een blik tussen de wolken door, een prachtig zicht op de andere fells. Van een echte inversie waarop David al dagen hoopt is geen sprake. Boven op Great Gable zitten we in de mist. Er is een gedenkplaat en er liggen heel wat kruisjes. Tot nu toe hebben we vandaag nog niemand ontmoet.
Eens op de top komt er meer en meer volk toe, waaronder een groepje leerlingen of jonge studenten. Bij het afdalen blijkt dat de groep uitgerekt is over kleine groepjes. Een meisje met hese stem vraagt me vriendelijk: “Excuse me sir, our tourguide is not really honnest about the route we’re following. Is it still far to the top?”. Ik stel haar gerust dat ze na 50m kan genieten van de mist op het hoogste punt van deze Fell. We dalen vlot af, ook al heeft ook David wat last van zijn knie. Op Windy Gap is het zo goed als windstil. We stijgen nog wat tot op Green Gable (801m) en eten er onze lunch.
Door de mist navigeren we nu vooral op GPS en kompas. Enkele keren vermoeden we een afwijking t.o.v. de route en sturen waar nodig bij. Goed gemutst gaat het langs Gullercomb Head, Brandreth (715m) en Grey Knotts (697m). We naderen het einde van de tocht en doen rustig aan want we willen precies nog niet dat de tocht eindigt. Op een gemoedelijk tempo dalen we af naar Honister pass. David glijdt nog even uit en stoot zijn knie. De laatste 500m zijn nog behoorlijk gevaarlijk want het gaat zeer steil naar beneden op een nogal glibberig terrein. Eens beneden feliciteren we elkaar met de mooie maar toch ook regelmatig zware tocht. David is blij als ik de tocht vergelijk met de GR20 qua ondergrond en de hoeveelheid stijgen en dalen.
We kruipen de wagen in en rijden naar de hostel van Borrowdale. David kent de hostel en het is, zoals hij het omschreef, een prachtige hostel met een gezellige bar en zeer vriendelijk personeel. We wassen ons, ruimen wat op en gaan inkopen doen in Keswick waar we ook afsluiten met een etentje bij de lokale Italiaan. Voldaan keren we terug naar de gezellige bar van de hostel en niet veel later kruipen we onder de wol. Morgen staat ons een terugrit naar Dover te wachten…
Praktische info:
Vervoer: De ferry Duinkerke – Dover brengt je op ongeveer 2u naar Engeland. Inchecken duurt maar 15 minuten maar je bent er best een uurtje voor vertrek. Vanuit Dover ben je op ongeveer 6u rijden in Keswick. Mits enkele stops ben je al vlug 7 à 8 uren onderweg. Je kan er ook geraken met het openbaar vervoer maar dan ben je wat langer onderweg.
Overnachten kan je in het Lake District in de vele jeugdherbergen van YHA. Je kan in theorie van jeugdherberg naar jeugdherberg wandelen. Wij verkozen om enkel de avond van aankomst en vertrek te overnachten in een herberg en voor de rest te bivakkeren. De hostel in Borrowdale (nabij Peat Howe) is een prachtige hostel.
Drinkwater kan je bevoorraden in diverse Tarns en Lakes. Je moet er wel rekening mee houden dat je minstens een filter moet gebruiken en bij voorkeur het water ook kookt indien mogelijk. Direct van de stroompjes drinken is op eigen risico gezien er zo goed als overal schapen lopen.
Voeding en outdoormateriaal kan je kopen in Keswick. Er zijn enkele supermarkten, heel wat pubs en restaurants, alsook een 8-tal outdoorshops. De George Fisher shop is bij uitstek de mooiste outdoorshop maar de andere moeten niet onderdoen, ze hebben elk hun expertise en een uitgebreid productengamma.
Kaartenmateriaal: er is een kaart beschikbaar van de Bob Graham Round (voor trailrunners, incl. loopuren): Harvey Maps 1:40.000 – Bob Graham Round. Ik gebruikte voornamelijk de stafkaarten van Ordnance Survey van 1:25.000: OL 4 The English Lakes – North-Western Area (Keswick, Cockermouth & Wigton), OL 5 The English Lakes – North-Eastern Area (Penrith, Patterdale & Caldbeck) en OL 6 The English Lakes – South-Western Area (Coniston, Ulverston & Barrow-in-Furness). Met deze OS-kaarten mis je één fell op de route maar dat kan je mits wat googlen wel oplossen door de grafische weergaves van de routes.
Leuk verslag Yanick, en zo snel online !!!
Heb me trouwens super geamuseerd ondanks de pijnlijke knie van de laatste dagen.
Op naar een volgend avontuur 😉.
LikeGeliked door 1 persoon
He Yanick, geweldige verslag met mooie foto’s.
ik zou er zelf bij geweest willen zijn.
Geniet nog lang na van deze mooie trip.
Mathieu
LikeLike
BLUB ! zo blub is jouw geheugen precies ook niet.. 😉 mooi uitgebreid verslag trouwens .
Ik heb het ook super naar mijn zin gehad, doorleeft landschap, geen druppel regen ! mooie uitdaging, gezelschap viel mee … 😉 nee hoor, jullie waren heel fijne stapmaatjes !
Tot een volgend avontuur !
LikeGeliked door 1 persoon
Even aan opzoeken naar wandelingen met kinderen. via een link bij Mattie Meets Nature hier op deze mooie blog aan het lezen geraakt, en wie zie ik hier, klasgenoot Katrijn van lang geleden. De wereld is klein.
Mooie blog!
LikeLike