Rondje Monte Renoso & rondje Monte Formicula (Corsica – Frankrijk – juli 2021)

Omdat we als gezin graag genieten van de bergen maar niet willen overdrijven in het gewicht van de rugzak terwijl we full packed hiken kiezen we vaak voor korte meerdaagse trektochten. Deze reis op Corsica resulteerde dat in 2x een 3-daagse tocht waarbij we op de laatste dag van lus 1, na een korte bevoorrading, al startten aan het begin van lus 2. We kozen voor een combi van GR-paden: GR Varianten, GR 20 en de GR Mare à Mare.

Corsica is een prachtig eiland maar is ook ruw en onvergeeflijk. De paden zijn soms technisch, gaan soms langs relatief gevaarlijke afgronden en door de droge omstandigheden in de bergen is het goed opletten waar je water of bevoorrading kan vinden. De hitte in de zomer maakt het soms zwaar maar door de nabijheid van de kust heb je vaak wel een fijne bries die verzachtend werkt. Voor ons een ideale mix om dit eiland als onze bergwandelbestemming voor de zomer van 2021 te kiezen.

Tour de Monte Renoso (lus 1)

Refuge de Capannelle (1591m) – Punta Bacinello (2247m)

3.2 km, 656m stijgen

Vrijdagmiddag genieten we nog een laatste keer van een uitgebreide lunch met verse producten. Het smaakt zo in de schaduw. Het is ongeveer 29°C en volgens de dienster zit Corsica middenin een hittegolf. Dat voelen wij als Belgjes al zeer goed. ’t Zal een pittige tocht worden. We rijden nog eventjes door naar onze startplek, de Refuge de Capannelle op 1591m hoogte. Het is bloedheet en ook de GR20-wandelaars die er toekomen puffen nog wat na. We gespen de rugzakken op en gaan op pad… deadslow want het is stijgen. Stevig stijgen over een stoffig en rotsig pad dat ooit het einde van de skipiste was. We volgen niet de GR 20 maar de Variante. Zigzaggend stappen we door lage begroeiing omhoog. We komen aan de Ravin de Pizzolo. We ontmoeten een koppel Belgen uit het Brusselse. Ze zijn enthousiast en lopen dan weer voor en dan weer achter ons. Wij proberen een gestaag tempo te houden in de broeiende hitte. Zo bereiken we het Lac de Bastani. Een mooi meertje waar ik meteen wat water zuiver (door het te koken) om het vervolgens te koelen als drinkwater.

Als we even gepauzeerd hebben en de voeten in het water gezeten hebben, trekken we verder. We zoeken een bivakplekje voor de nacht. We gaan verder tot Punta Bacinello op 2247m. Na een dikke 600m stijgen is het tijd om wat te rusten. We zoeken ons een bivakplek op het plateau tussen de stenen. Her en der zaten duidelijk wat geiten en schapen… dus het is even zoeken om iets vlak en niet ‘bescheten’ te vinden. Louis (8j.) is meteen al bezig met de vergelijking van stenen zoals ze in zijn game Minecraft aan bod komen. Louis weet veel en dat is handig. Zo weet hij ook dat we vanavond kans maken op een ‘rode’ maan. Dat gebeurt meestal 1 keer per jaar. De schaduw van de aarde kruipt dan over het beeld van de maan… en dat geeft dan een eigenaardige beeld van de maan met een rode gloed. En dat is blijkbaar vanavond. De tarptent voor Cynthia en Louis staat recht en vangt wel wat wind. Ik leg mijn bivakzak klaar maar leg mijn rugzak erop tegen het wegvliegen… De tarp laat ik in de rugzak want het belooft een droge en prachtige nacht te worden. We eten wat en genieten van de omgeving. Cynthia is onder de indruk… ze had iets anders verwacht van Corsica maar is blij verrast. Met een lichte ongerustheid vraagt ze hoe de route morgen gaat en of er veel geklauter aan te pas zal komen. We overlopen de dag en genieten van de zonsondergang en de opkomst van de rode maan. Prachtig beelden onder de mondelinge begeleiding door Louis.

Punta Bacinello (2247m) – Bivakplek nabij de Ruisseau de Cannareccia (1470m)

12,10km, 270m stijgen, 853m dalen

Na een nacht met veel wind maar prachtige sterren ontwaken we. Louis heeft heel goed geslapen. Cynthia en ikzelf heel wat minder maar we hebben wel goed kunnen rusten. We ruimen op en ontbijten met opnieuw een prachtig zicht op de omgeving. Het is een beetje bewolkt maar eens we vertrekken is het toch alweer warm. We wandelen naar de Monte Renoso (2352m) tussen de grote boulders door. We nemen wat foto’s aan het kruis op de top en dalen wat af om een wat technischer terrein op ons pad te vinden. De route, niet gemarkeerd trouwens, leidt ons rond en over boulders.

Her en der moeten we onze handen gebruiken om te klauteren, of naar boven, of naar beneden… het is wel wat spannend soms maar iedereen geraakt over de kam nabij de Punta di Valle Longa (2281m). We dalen nu af over een makkelijk pad en passeren de Punta Orlandino, de Monte Torto (2262m) en vervolgens de Crête de Pietradione die ons tot de Col de Pruno (1972m) brengt. We dalen wat verder af maar het pad is zeer ongemakkelijk met heel wat losse stenen. De vermoeidheid door het weinige slapen voelen we ondertussen. Louis die wandelt vlijtig voort… Het is ondertussen hoog tijd voor de lunch. We eten wat Italiaanse worst en wraps die we net voor het oversteken naar Corsica gekocht hebben.  We zien de Bergenes de Pozzi in de vallei waar een bronnetje met drinkwater is. We dalen af en drinken er wat fris water.

Het is heet maar we besluiten na een pauze toch wat door te wandelen. We volgen nog steeds de GR 20 Variante om dan na een tweetal kilometer dalen op de flanken van de Punta Cappella aan de echte GR20 te komen. We volgen deze in Noordelijke richting. We wandelen nu door het bos en dat is aangenaam. Af en toe valt er wat regen maar die voelt aan als een echte verfrissing. We stappen rustig verder en beslissen om nog een pauze te nemen aan een fris beekje. Louis bouwt een dammetje en wij verfrissen onze voeten in het water. We eten wat en gaan weer op pad. Het is ondertussen al bijna 17u30 en dus tijd om ons te installeren. Op zo’n steile hellingen met veel wilde begroeiing is dat niet altijd even evident. We zoeken dus eventjes om dan plots een mooi plekje in de zon te vinden. Het ligt nabij de Ruisseau de Cannareccia wat het wel makkelijk maakt om ons te wassen en drinkwater bij te tanken. We installeren onze slaapplek en gaan aan de waterval ons wassen. Het water is koud maar het doet deugd na 2 dagen stof en zweet… Na het eten spelen Louis en ik nog met de touwen om onze touwtechnieken te onderhouden. Cynthia is wat ongerust want er loopt een koeienkalf los rond door het bos… ze is niet echt op haar gemak maar het kalf blijft op een aangename afstand.

Het was een serieuze stapdag met heel wat meters dalen… tijd om te genieten van een welverdiende nachtrust. Opnieuw slaap ik onder de sterren en zonder tarp. Als dat maar goed komt met dat kalf in de buurt 😉.

Bivak – Refuge de Capannelle (1591m)

4,25km, 280m stijgen, 130m dalen

We worden wakker met een warme wind. De zon is al goed van de partij en de eerste hikers lopen op het pad boven ons voorbij. We wuiven eens en beginnen op te ruimen. We zijn snel op pad. We dalen rustig over het bospad en kruisen diverse groepjes hikers. Sommigen zijn onder de indruk van Louis die met zijn 8 jaar vlot mee stapt. We komen aan de D169, de weg waarover we enkele dagen geleden naar boven reden. Na 200m verharde weg komen we aan de Pont de Casaccie (1346m) waarna we over een steil rotsig pad zigzaggen naar boven. Stijgen in de hete zon met her en der wat schaduw van de naaldbomen.

We doen er langer over dan verwacht maar dan passeren we toch de Bergeries de Traggette. Louis, die ondertussen het gespreksthema van de tocht heeft bepaald, gaat helemaal los in zijn fantasie over wat de ideale Legoset is van Ninjago of Nexoknights (ouders van kinderen tussen 6 en 10j begrijp dit – voor de overigen samengevat: jongens van 8 jaar kunnen heel enthousiast zijn over Lego…). Hij gaat maar door over welke ideeën hij heeft om Legosets te ontwikkelen… en wij luisteren aandachtig.  We stijgen verder en duiken terug het bos in. Plots roept Cynthia hoopvol “ik zie de hut”. We zijn blij want met deze hitte is verfrissing en iets lekkers eten aan de orde! We installeren ons op het terras van de Refuge de Capannelle en bestellen alvast cola’s en waterijsjes. Het is bijna middag dus we besluiten er wat te eten en terwijl de route voor de komende dagen vast te leggen. De Monte d’Oro laten we voor wat hij is en we besluiten een route wat zuidelijker op te zoeken. Met veel smaak eten we een onze omelet en slaatje op. Louis gaat voor wat frietjes. Langs ons zitten hikers prachtige pizza’s te verorberen alvorens terug op pad te gaan…

Tour de Monte Formicula (lus 2)

Na een verfrissende lunch aan de Refuge rijden we naar Cozzano, de startplek van onze tweede meerdaagse lus. We doen wat inkopen in de lokale SPAR om dan de rugzakken opnieuw te vullen. Echte Corsicaanse worst, komkommer, appels, citroenen, muntsnoepjes (Louis is er verzot op) en chips in kleine zakjes verdwijnen in de rugzak. Ook een fles limonade van 2l en ongeveer 4l water gaan mee op de rug van papa Bos. We hebben tijdens de lunch gekozen voor een lange aanlooproute over een zacht stijgend pad. Zo gezegd zo gedaan.

Cozzano (726m) – Bivakplek (1216m)

6,45km, 475m stijgen

Terwijl we de rugzakken intasten komen de lokale bewoners langs… het ene wilde zwijn na het andere passeert op 5m van de wagen. De wilde zwarte varkens komen eens kijken waarom hier een wagen langs de gruisweg langs de Ruisseau de Mezzanu staat. Opnieuw is het heet… dus we gaan rustig op pad. We volgen even het gruisbaantje tot we de GR van de Mare a Mare Centre oppikken. Met oranje en gele strepen zijn de aanlooproutes naar de kam en cols aangegeven. Wij volgende oranje strepen. Deze leiden ons steil omhoog doorheen oude bossen waar de zwarte varkens heersen. Overal zien we paadjes, modderpoelen en zwarte varkens… De route volgt een tijdje het gruisbaantje om dan terug op een single track te komen.

We passeren een leiding voor de waterbevoorrading en door het lek erin krijgen we een fijne mistige douche… ideaal bij deze hitte. Wat verderop is een voederplek voor de zwijnen. De geur is navenant. We stappen vlijtig door en het pad slingert zich nu over de flanken en zachtjes omhoog. De vermoeidheid van de tocht deze ochtend en de hitte deze namiddag kruipt wat in onze benen. Als we een vlak stuk op het oog hebben om er onze tarptent neer te zetten blijken er al een 40 biggen en zeugen dat hun thuis te noemen. Cynthia en Louis vinden dat wat minder (en ik eigenlijk ook, ondanks de hiërarchie in de voedselketen) dus we stappen nog wat verder. En dat loont. We wandelen nog een kleine kilometer verder en als ik even voorop loop om even te checken of er toch geen beter plekje te vinden is kom ik natuurlijk een beter plekje tegen… Uitzicht over de omgeving, een briesje en vooral… geen zwarte varkens. We installeren ons snel. Louis maakt van de rust gebruik om een spelletje te spelen op zijn tablet.

We eten een vriesdroogmaaltijd en voor we het weten is de zon al onder. Louis en Cynthia spelen nog even een spelletje Beverbende in de tarptent. Ik lig al snel te knorren 😉. Tijdens de nacht vallen er enkele druppeltjes dus ik trek mijn bivakzak wat toe. Ik moet me wat haasten want door de hitte lag ik eigenlijk op mijn bivakzak. De slaapzak wordt gelukkig niet te nat en terwijl de druppels op mijn bivakzak vallen, val ik weer in slaap. De nacht verloopt rustig met af en toe een regenbui.

Bivakplek (1216m) – Refuge d’Usciolu (1725m)

7,2km, 777m stijgen, 225m dalen

We gaan na een snel ontbijt op stap. Cynthia gaat voorop, Louis en ik volgen. Natuurlijk gaat het opnieuw over de ene na de andere ideale Legoset om te bouwen. Vandaag krijg ik de ruimte om zelf een thema te kiezen 😉. We stappen nu steiler omhoog, opnieuw via de GR van de Mare à Mare Centre. Sneller dan verwacht staan we na een uurtje aan de Col de Laparo (1521m). We kruisen hier opnieuw de GR 20 die ook wij vandaag zullen volgen. Diverse hikers genieten van het uitzicht op de col of pauzeren om wat te eten. We gaan na een lekkere speculaas opnieuw op stap. Opnieuw in formatie gaat het omhoog.

Tussen de Punta dei Fai Bruciati en de Bocca di Punta Mozza nemen we een lunchpauze. De Corsicaanse worst en de typische Franse baguette smaken. We gaan opnieuw op pad en Cynthia schakelt naar een hoger tempo. Het nieuws over een mogelijk onweer doet haar versnellen. Snel stijgen we nu naar de Bocca di a Fumicula op 1918m. We stijgen verder naar de Monte Formicula (1981m) over een heel ander terrein dan de voorbije dagen. De GR20 is duidelijk gemarkeerd en dat maakt het makkelijk om het juiste gruispad of rotspad te volgen. Nu dalen we naar de subtop en zien in de verte wat geiten en schapen. De hut is nog niet zichtbaar… wat wel een beetje vervelend is want Louis heeft wat last van zijn maag. Ik hang zijn rugzak aan de mijne en na een goede drinkpauze dalen we verder af. Het pad ligt vol losse stenen en gruis dus het is opletten geblazen.

We dalen zigzaggend af om dan plots te horen “de hut is in zicht”. Louis vergt nog een sanitaire stop om dan verder te gaan met zijn Lego-verhaal. Ondertussen ken ik alle figuren uit bijna elke Lego tv-serie of Lego-set. Als we aankomen aan de Refuge d’Usciolu (1725m) vraagt de huttenwaard naar Louis zijn leeftijd. Hij vindt het prima dat zo’n 8 jarige bink al door de bergen trekt! We mogen de tentjes opzetten op de bivakzone. Voor de 12€ pp die je daarvoor betaalt krijg je een rotsige ondergrond, eindeloos drinkwater aan de bron, warme en koude douches, een lavabo en droge toilletten. Je kan ook bevoorraden aan de hut en er iets eten. We zijn nog maar net geïnstalleerd of de eerste onweersbui trekt over. We zitten droog in de tarptent of onder de tarp en zien het allemaal gebeuren. Niet alle tentjes zijn goed bestand tegen de wind of regen en waar de pikketten niet goed vasthingen ligt de tent als een hoopje op de inzittenden. Na de bui volgt er regelmatig weer zon en opnieuw een bui. Zo gaat het eigenlijk heel de latere namiddag. Terwijl Louis geniet van een macaroni met kaas op een halfnatte bank, wachten Cynthia en ik tot we onze pasta met wortel en champignons voorgeschoteld krijgen, bereid door de wirten met veel voeling voor het vak. De wirt geeft aan dat als er vannacht iets is, we zonder moeite ons in het slaapvertrek mogen leggen. Hij weet natuurlijk niet dat we het hiken in de bergen al wat gewoon zijn… en een buitje of wat wind ons niet meteen tegenhoudt. Wij mogen nu aanschuiven voor onze pasta. Ik drink er een Pietra bij, het lokale Corsicaanse bier dat in flesjes van 25cl verkocht wordt. Voor een Belg is dat dus op voor je het goed en wel weet…

Na het eten poetsen we nog even onze tanden. Cynthia en Louis hebben zich eerder al verfrist en ik kies nu het wat rustiger is aan de douches voor een koude douche (letterlijk te nemen 😉). Verfrist dalen we af naar onze bivakplekjes. Ik maak een praatje met wat West-Vlamingen die net gestart zijn aan het Zuidelijke stuk van de GR 20 en die noordwaarts trekken. Ze zien af en lopen makkelijker 1,5x de normale staptijd… Ik moedig hen wat aan met wat tips en tricks… ik kan het niet laten. Een nieuwe bui kondigt zich aan en we kruipen onder de wol. Ik val snel in slaap en laat de wind en regen hun ding doen. De wassen oordopjes doen alle geluid vervagen en het is pas ochtend als ik besluit om de tarp wat bij te spannen.

Refuge d’Usciolu (1725m) – Cozzano (726m)

5,5km, 150m stijgen, 1000m dalen

Cynthia en Louis zijn ook wakker. Naast ons zijn enkel nog een Duits koppel te vinden op de bivakzone. De anderen zijn alvast op weg voor hun volgende stuk GR 20. Ik maak een praatje met de Duitsers die 17 dagen nemen voor de GR 20. Ze beginnen vandaag aan één van de laatste stukjes. Wij ruimen op en gaan op weg. Eerst is het nog even stijgen naar de Bocca di Surogheddu (1805m) om dan vervolgens een dikke 1000m te dalen. We worden na een korte zigzag over gruis snel ingehaald door de oudste huttenwirt die bevoorrading gaat halen met de muilezels.

Wij stappen rustig verder door het bos en dalen via een mooie Crête du Miratoju af. We nemen onze tijd. Aan de voet van diezelfde crête komen we wirt weer tegen die met zijn vrouw alle bevoorrading op de muilezels aan het vastmaken is. Ze hebben een grindweg tot op 1300m waar niet alleen de paarden kunnen grazen maar ook een container staat met materiaal en voeding. Terwijl er een bui over ons neerdaalt stappen we nu door de varens naar beneden. We dalen rond de Punta di Moratella af en komen opnieuw in het gebeid van de zwarte zwijnen. We lunch nog eventjes want een hongertje drinkt zich op. Indrukwekkende oude bomen vinden we op ons pad. Louis vindt het een schande dat ze op die bomen van meerdere honderden jaren oud een markering in het geel aanbrengen… Dat is “vandalisme of zoiets”.

We gaan verder en komen aan het aanknopingspunt van eergisteren. We wandelen tussen de zwijnen naar onze wagen. Jos het zwijn, want zo hebben we de zwaarste onder de varkens gedoopt, heeft blijkbaar even “gerust” tegen onze wagen. De flank van de bumper is blijkbaar een soort van toog voor wilde zwijnen want aan beide zijden zit er een modderveeg op van het kan niet meer… Bovendien hebben de bomen en het stof van de weg een laagje vuil over de wagen gelegd. Onze blauwe wagen is eerder een doffe beige bestofte bolide geworden. Ach, we wensen elkaar proficiat met de prestatie, tasten de wagen in en rijden naar het dorpje om er een verkwikkend dessert binnen te spelen. Af en toe moeten we toeteren want de zwijnen gaan niet altijd even spontaan uit de weg. Badend in het zweet bestellen we ons wat te drinken… Wat een trip zeg: mooi, gevarieerd en zoals steeds… prachtig gezelschap!

Praktische info

Moeilijkheidsgraad

De beide lussen zijn te bewandelen door volwassenen met wat bergervaring. Navigeren in mistige omstandigheden moet toch wel je ding zijn want de paden zijn niet altijd even vanzelfsprekend bij slechtere weersomstandigheden. De tochten zijn makkelijk te doen op 2 dagen, al zul je 3 dagen vaak aangenamer vinden indien je conditie wat minder is. Wil je deze tochten als gezin doen dan bereid je je best voor want er zijn wel enkele klauterpartijen. Bovendien overbrug je toch heel wat hoogtemeters.

Kaartenmateriaal

Wij gebruikten de IGN 4252 OT voor beide lussen. Deze kaart van 1:25.000 is het handigst om te oriënteren op de varianten of de aanlooproutes. De GR-boekjes met vaak een schaal 1/50.000 zijn moeilijker om de juiste positie te bepalen of in te schatten waar waterbevoorrading op de varianten is. Bovendien weegt deze kaart ook een pak minder dan de boekjes.

Bevoorrading

Voor de eerste lus konden we bevoorraden in de Refuge de Capannelle of in Ghisoni, het “nabijgelegen” dorp. Onderweg was er de mogelijkheid om kaas te kopen bij de Bergenes des Pozzi. Voor de rest was er water op verschillende plaatsen. Dat is best te filteren of te koken omwille van de geiten en schapen die los leven in de bergen. Een drinkbare bron was wel te vinden bij Refuge de Capannelle en de Bergenes des Pozzi.

Voor de tweede lus konden we bevoorraden in de SPAR in Cozzano of de kruidenier in het centrum van Cozzano. Je kan er ook iets eten. Ook in de Refuge d’Usciolu kan je bevoorraden en eten. Aan de Refuge is een bron. Onderweg zijn er diverse beekjes waarvan je het water best filtert of kookt omwille van de zwarte zwijnen die er in grote getalen leven.

Bereikbaarheid

Wij reisden met de ferry naar Bastia om vervolgens met de wagen door te rijden naar de bergen. In de bergen rijden is wel een uitdaging. Italianen rijden al met lef maar Corsicanen hebben lef. Ingehaald worden in een bocht, motors die langs rechts of links inhalen… je blijft er best koelbloedig bij. Al moet ik wel toegeven dat het heel goed meeviel. De verplaatsingen nemen wel wat tijd in beslag want er zijn 1000’en bochtjes in de bergen en geen grote wegen. Sommige wegen waren ook nogal verouderd waardoor je best rustig reed als je niet door elkaar gerammeld wilde worden. In ruil krijg je er een prachtig zicht op de streek bij.

Je kan ook vliegen naar het eiland en vervolgens met de trein een aanknopingspunt zoeken met de GR 20 of de Mare à Mares. Wil je flexibiliteit dan huur je best een wagen. Bussen kom je in de bergen niet veel tegen, of toch alleszins niet op de wegen naar onze routes.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: